Wat brengt ons 2021.

2021 … Het moét en zàl beter !

 

Een van de grootste eigenschappen van een duivenliefhebber is dat hij/zij meestal geduld heeft én héél vaak positief is ingesteld. Tegenslagen worden snel vergeten en de neus gaat meestal direct terug in de goeie richting in de hoop op beter. Een slecht resultatenweekend is op maandagmorgen meestal reeds verteerd en de liefhebber is dan terug reeds met volle moed aan het “werken” naar de volgende vlucht toe.

Welnu… 2020 was zo’n seizoen waarbij deze positieve eigenschappen méér dan op de proef werden gesteld. Een beestje genaamd “Coronavirus – COVID 19” verpestte omzeggens gans het jaar 2020.
Het zorgde voor onnoemelijk menselijk leed waar élke media ons dagelijks van berichtte. Naast het menselijk leed – waar natuurlijk niks mee te vergelijken valt – werden we ook in het bedrijven van onze sport niet ontzien.
Het seizoen kwam maanden later op gang en in een ijltempo werd nog zoveel mogelijk georganiseerd. Voorzitters, bestuursleden én medewerkers zorgden ervoor dat wij als duivenliefhebbers toch op zijn minst nog konden deelnemen aan wedstrijden. De meesten onder ons beseffen allicht niet wélke inspanningen deze mensen hiervoor allemaal leverden. Kosten nog moeite werden gespaard en mits het inachtnemen van diverse maatregelen waren we in de mogelijkheid “te spelen”. De omstandigheden zorgden ervoor dat dit wel op een minder genietbare manier diende te gebeuren, maar soit. Ook tijdens de voorbije winterperiode – traditiegetrouw dé ontmoetingsgelegenheid tijdens tal van duiven- en kampioensfeesten – moesten we heel wat ontberen, wegens…niks ! Het mocht allemaal (terecht) niet.

Dit alles zorgde ervoor dat tijdens het zogenaamde “stille seizoen” van herfst en winter dat momenteel op zijn eind begint te lopen, voor het eerst méér gepraat én gediscussieerd werd over omkadering en nevenfactoren als over vluchten, omtrekken en prestaties .

Het grootste onheil dat we voorlopig nog moeten tarten blijft alnog het coronavirus. Het siert de diverse duivenbesturen dat zij – niettegenstaande al hun tijd, werk en kosten – nog steeds met dezelfde positiviteit werken aan nog meer faciliteiten die het voor elke liefhebber nog veiliger, nog beter en nog aangenamer moeten maken. De liefhebber die vorig seizoen bewees zich aan afspraken te kunnen houden, weet dit te waarderen , maar… eerlijk…we tonen dit soms allemaal té weinig !
Waardering kost niks maar het kan soms o zo deugd doen wanneer een hardwerkend bestuurslid dit ondervindt vanwege diegenen voor wie het wordt gedaan.

Een ander probleem voor de duivensport waar ook dringend een oplossing of althans een aanzet ertoe dient te worden gevonden is “de roofvogelproblematiek”. Door tal van beschermende maatregelen is de populatie roofvogels (havik – sperwer – slechtvalk….) tot misschien zelfs onnatuurlijke aantallen gegroeid. Waar vroeger omzeggens enkel liefhebbers welke hun hok dicht bij een bosrijk gebied hebben, last hadden van de aanvallen van roofvogels op hun duiven, draagt nu bijna élke duivenliefhebber er de gevolgen van. Het is niet alleen triest maar tevens zéér ontmoedigend wanneer je terug maar eens een nieuw slachtoffer van de grond dient te rapen. Sommige kolonies jonge duiven zijn nog voor aanvang van het opleren, het échte seizoen dus,  gedecimeerd. Wat men ook beweert, ook oude duiven ontsnappen niet. Hoe vaak hebben we al niet een bericht (vaak met foto) gezien, welke een teleurgesteld liefhebber postte, met het nieuws dat een zijner cracks op deze wrede wijze aan zijn einde kwam.
Duivenliefhebbers zijn ook dierenliefhebbers, maar… trop is tevéél ! De natuur is wat ze is en vaak zien we dat, als de mens er zich gaat mee bemoeien, er onevenwichten komen te bestaan die noodlottig zijn. De KBDB nam initiatieven en maakte een dossier op om dit samen met “Natuurpunt” te bespreken. Wij, duivenliefhebbers hopen alvast dat dit tot resultaat zal leiden. We hunkeren wat dit betreft naar vroeger, toen we onze  duiven aan huis nog konden laten trainen zonder gans de tijd angstig de lucht te moeten afturen tijdens deze training.

Het sociale gegeven en de vaak gemoedelijke sfeer tgv. een inkorving of het binnenbrengen van de constateurs, waarbij liefhebbers samen gezellig zitten keuvelen bij een koffie of een frisse pint zal mss. nog niet voor direct zijn. De duivenliefhebber hoopt echter dat hij/zij op zijn minst zal kunnen inkorven en deelnemen aan vluchten, dat de gevleugelde atleten zich terug zullen kunnen meten met elkaar en dat duivensport in de eerste plaats een toffe sport blijft.

Moge het komende seizoen jullie terug de vreugde, de spanning én de ontspanning brengen waar we allen naar streven, liefst dan nog in combinatie met het behalen van verhoopte resultaten.

Wij wensen jullie dit alvast van harte toe !

Namens het Bestuur van AJD – Beide Vlaanderen
Rudi Vandeputte